zondag 26 augustus 2012

Niets leek minder waar!

De wind lijkt ons te achtervolgen…het werd weer ontspannen en vakantie op Khalki.
Nu zijn we op Simi.
Simi ook wel als Symi of Syme gespeld, met gelijknamige hoofdstad in het noorden, is een klein Grieks eiland van de bij Turkije gelegen Dodekanesos in de Zuid Egeische Zee. Het eiland heeft een oppervlakte van 65.754 km² en het hoogste punt ligt op 616 m.
Het ligt ten noordwesten van Rhodos,. Het is een bergachtig eiland met een groot aantal valleien en een rotsachtige kust met daartussen stranden, die in een aantal gevallen alleen per boot te bereiken zijn.
In de 20e eeuw wisselden de eilanden in de Dodekanesos regelmatig van land. In 1912 beleefden zij een korte periode van onafhankelijkheid, toen zij de Federatie van de Dodekanesos vormden. De eilanden werden daarna echter zeer snel ingenomen door Italië. In 1923 werden ze officieel geannexeerd. In 1943 werd Simi bezet door nazi-Duitsland en nadat deze zich over hadden gegeven kwam het eiland onder bestuur van Groot-Brittannië. In 1948 werd het eiland onderdeel van Griekenland.
Het eiland staat tegenwoordig bekend om het schilderachtige Simi-stad, dat geheel in neo-klassieke stijl is gebouwd, geheel in tegenstelling tot het traditionele Griekse blauw-wit, is het kleurrijk (pastel).Het eiland is makkelijk per boot te bereiken vanaf Rhodos.
Hier maken duizenden toeristen, dagtrippers, gebruik van en voor de vakantiegangers zijn er met de jaren een aantal mooie resorts en hotels buiten Simi gebouwd. Het toerisme is de belangrijkste economische sector. In een van de pilots die wij hanteren om ons te oriënteren waar we naartoe willen of waar we terecht komen, staat geschreven dat :”Simi overdag een mondain plaatsje is met bruisende straatjes en wanneer de dagjesmensen vertrokken zijn, verandert in een kneuterig dorp waar men in de bar lijkt na te praten over wat er zoal die dag allemaal gebeurd is”…(Ben Brunet de Rochebrune –Vaarwijzer)
en van Rod Heikell de schrijver van de Greek Water Pilot: “The peolple of Simi remain detached from the daily onslaught of tourists from Rhodes and you can almost hear the sigh when the last ferry departs” . Wij hebben het totaal anders ervaren. Na de ferries van overdag stroomt de haven vol met decadentie ten top, prachtige meterslange jachten meren af om “een hapje te eten in stijlvolle (vis)restaurants (die overdag echt niet bezocht worden door de dagjesmensen). Dus een drukte van jewelste óók ’s avonds, chique aangeklede gasten van de motorjachten gaan aan wal om te genieten.
Simi staat ook bekend om de sponsen.Zo rond 1850 begon de behoefte aan sponzen explosief toe te nemen. Hierdoor werd het zoeken naar natuurlijke sponzen een lucratieve bezigheid op veel eilanden in de Dodekanesos. Het was echter niet zonder gevaar. De sponzen werden door duikers naar boven gehaald die soms wel 70 meter diep gingen. Veel van hen raakten dan ook verlamd, kregen longembolie of decompressieziekte. Het was echter ook een manier om snel veel geld te verdienen en veel duikers leefden dan ook een decadent leven. Veel van de Italiaanse villa's zijn in deze periode gebouwd.
Eind 20e eeuw was het echter gedaan met de sponzenhandel.
Door een nog onbekende oorzaak stierf het merendeel van de sponzen in de Egeïsche Zee. De sponzen die hier nu aan de toeristen worden verkocht worden geïmporteerd uit de Caraïben.
Nu zijn we in de baaien van Bozburun (Turkije), Kizil Adasi, aangekomen, het Turkse equivalent van Simi voor wat betreft de sponzen. Nu worden er in deze omgeving de gulets gebouwd die rond Bodrum en Marmaris toeren met toeristen. We klaren hier in, visa’s en transitlog voor de Don Mare en crew en gaan hier op verder avontuur.

vrijdag 3 augustus 2012

Kreta – Kasos – Karpathos….Khalki


Onze eerdere berichtgeving maakte al melding van de meltimi, die wind waait niet permanent, maar als hij opsteekt kan hij zomaar een dikke week aanhouden. Hij waait NW een kracht tussen de 4 en 7 Beaufort en meer. Lij van de eilanden (zuidkant, valwinden over de bergen ) blaast hij nog harder 8/9 en “hangen de uiers letterlijk dwars onder de geiten!” In de vroege ochtend gaat het nog, maar gedurende de dag trekt hij aan en bouwt hij de zee op.
Noordelijk van Kreta hadden wij toch steeds te maken met een NoordOOST wind, die samen met een tegengesteld golfpatroon een nare en ongemakkelijke zeegang veroorzaakte, als we dan ook eindelijk Agios Nikolaos verlaten met een vaarplan naar Kasos, onderbreken we de tocht in Sitia, want er is nog steeds een wilde zee. De volgende dag lijkt het er op…redelijk vroeg gooien we de trossen los en koersen af op Kasos. Als we eenmaal op zee zijn is het in een rechte lijn naar Limin Fri, een heerlijke zeildag, we hebben er wel wat lang op moeten wachten, maar dan heb je ook wat!.

Aan de kade staat ons een agent van de Port Police op te wachten, hij pakt onze touwtjes aan en heet ons vriendelijk welkom. Met een voldaan gevoel, maken we kennis met dit eiland en haar bewoners en zwemmen er in het meest turquoise water wat ik ooit zag en kijken uit naar ons volgende doel. Het volgende traject is Kasos-Karpathos. Tussen de eilanden aan de Zuid- en Oostkant zijn er sterke windvlagen, hoge golven en een tegenstroom. Het varen is hier niet gevaarlijker dan in andere gebieden maar we moeten bedacht zijn op ongemakken. Binnen alles zeevast en aan dek alles vastsjorren. Henk zet de buiskap er weer op, want aan de wind varend met zeegang is overkomend buiswater een normaal verschijnsel. Enkele dagen later wanneer we een zogenaamd “windwindow” kunnen halen uit de verschillende zeilweer-sites, besluiten we op avontuur te gaan. Als we al aardig in de Stenon Kasou (straat van Karpathos) zijn gevorderd hebben we een harde wind van 16-18 knopen (5 Bft), gelukkig NW, dus de hoge golven
duwen ons voort…en voort( 6Bft)….en voort (7Bft), we kunnen de Don Mare prima op koers houden en met de grootzeil en een stuk van de genua (voorzeil) redden we het goed. We genieten van het zeilgevoel en de wind om onze oren. We naderen de zuidpunt van Karpathos en veronderstellen in de luwte van het eiland terecht te komen. Helaas, niets is minder waar, er ontstaan hier valwinden en de kracht van de wind neemt toe, we reven de zeilen verder en zetten de motor bij, want inmiddels hebben we 42 knopen (9Bft) op de windmeter staan en hebben we een forse zeegang. De golven beuken over het schip en plensen de kuip in. We waren van plan ons in de eerste baai te nestelen, maar we varen door naar Pighadia, de haven van Karpathos, die ligt in een soort langgerekte kom, dus enigszins beschut. We meren langszij af en met een “hihg-five” , nemen we een welverdiende borrel. Dit is wat het allemaal spannend maakt en ons aantrekt. De dag erna gooien we ons anker uit om met de “kont”naar de kade te liggen, want we willen hier een paar dagen blijven liggen, de zee blijft nog dagen onrustig en het is een gezellig plaatsje met relatief weinig tourisme. Woensdag, 1 augustus, zo’n dag van doen we het of niet…de wind is gunstig genoeg..dus “gaan met die banaan”…zetten koers naar het noordelijker gelegen Dhiafani, maar verleggen onze koers. We hebben een lekkere wind tot 25 kts en het gaat met de halve/ruime wind “ons voor de wind”, kan je zeggen, we zeilen naar Khalki, gelegen boven de Westkust van Rhodos. Een pittoresk haventje. Hier liggen we vredig in een lekker windje in de Ormos Emborios.

We kijken uit naar het varen in dit gebied, want de turbulentie van de meltimi hebben we, naar het schijnt, nu achter ons gelaten